Lees hier de reactie van de staatssecretaris op het verzoek van de Esigbond om in gesprek te gaan over de aangekondigde maatregelen en onze reactie hierop.
Delft, 8 april 2022
Betreft: reactie op uw brief van 22 februari 2022
Geachte heer van Ooijen,
Dank voor uw brief van 22 februari jl. waarin u reageert op ons eerdere schrijven van 11 november 2021 en 14 januari jl. Zoals u wellicht zult begrijpen zijn wij zeer teleurgesteld dat u ons verzoek om kennis te maken afslaat. Wij kunnen uw beweegreden om daarmee de schijn van beïnvloeding door de tabaksindustrie te voorkomen absoluut niet volgen.
Zoals reeds in ons eerdere schrijven aangegeven behartigt de Esigbond de belangen van de overwegend kleinschalige distributeurs en speciaalzaken die e-sigaretten op de Nederlandse markt brengen. Wij willen u erop wijzen dat tabaksfabrikanten, toeleveranciers van tabaksproducten en tabaksspeciaalzaken geen lid zijn noch kunnen worden van onze brancheorganisatie. Door uw Ministerie is ook bevestigd dat artikel 5.3 van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging niet van toepassing is op onze organisatie.
Uit uw reactie op de door ons naar voren gebrachte beleidsmatige aspecten merken wij op dat u geen rol ziet voor de e-sigaret in het bereiken van een rookvrije generatie in 2040. Dit verbaast ons zeer omdat uw ministerie onlangs nog heeft erkend dat e-sigaretten een minder schadelijk alternatief vormen voor de gewone sigaret en dat gezondheidswinst kan worden geboekt indien rokers geheel op deze producten overstappen. Uiteraard vinden wij ook dat jongeren moeten worden beschermd en ook geen e-sigaretten moeten gebruiken. Daarom is het bemoedigend om te concluderen dat het experimenten met e-sigaretten onder jongeren daalt en van structureel e-sigarettengebruik onder jongeren niet of nauwelijks sprake is: 1.3% onder 12-18-jarigen.
Het huidige beleid om te voorkomen dat jongeren (structureel) e-sigaretten gaan gebruiken lijkt zijn vruchten dan ook af te werpen. Dit staat echter in schril contrast met de effectiviteit van het huidige anti-rookbeleid. Er zijn immers nog steeds bijna drie miljoen Nederlandse volwassenen die roken en uit de meest recente CBS-data blijkt bovendien dat het aantal volwassen rokers in 2021 is gestegen met 0.4 procentpunt ten opzichte van 2020 en het percentage rokers dat een serieuze stoppoging doet is gedaald van 33,3% in 2020 naar 30,9% in 2021. De pijnlijke conclusie is dan ook dat de doelstelling uit het Nationaal Preventieakkoord verder uit het zicht is geraakt. Dit terwijl landen waar de e-sigaret wordt ingezet als middel om de schadelijke gevolgen van roken terug te dringen – zoals het Verenigd Koninkrijk (2030) en Nieuw-Zeeland (2025) – wel op koers liggen om een rookvrije generatie te realiseren.
Wij pleiten voor een toekomstig anti-rookbeleid dat enerzijds helpt voorkomen dat jongeren en niet-rokers beginnen met roken of dampen, en waar anderzijds de te behalen gezondheidswinst wordt benut als rokers volledig overstappen op de minder schadelijke e-sigaret. Zoals eerder aangegeven is het van essentieel belang dat de e-sigaret haar effectiviteit als stoppen-met-roken hulpmiddel behoudt door voldoende smaken beschikbaar te houden waaruit de roker kan kiezen. En dat Nederlandse rokers zich – zowel vanuit de overheid als in speciaalzaken – goed kunnen informeren over de verminderde schadelijkheid van de e-sigaret ten opzichte van de gewone sigaret. Immers benadrukt ook het RIVM dat voor mensen die niet kunnen of willen stoppen, correcte en begrijpelijke informatie over harm reduction producten (zoals de e-sigaret) van belang kunnen zijn.
Wij hebben eerder constructief contact gehad met uw ministerie en willen met het oog op de voorliggende maatregelen (online-verkoopverbod en smaakjesverbod in e-sigaretten) die immers het einde van de legale e-sigarettenverkoop in Nederland kunnen betekenen, graag persoonlijk met u spreken. Om transparantie te garanderen stellen wij voor om ons gesprek te notuleren zodat deze voor iedereen opvraagbaar en toetsbaar is. Gezien het belang van deze onderwerpen voor het voortbestaan van onze branche hopen wij dat er op korte termijn een afspraak met u kan worden ingepland en zullen daartoe telefonisch contact met u opnemen.
Met vriendelijke groet,
Emil ’t Hart
Voorzitter Esigbond