Fout RIVM leidt tot verlenging uitverkoop smaakjes tot 1 januari 2024
De staatssecretaris heeft de Kamer eind juni 2023 geïnformeerd over het feit dat het RIVM twee rapporten opnieuw heeft gepubliceerd die elk van een addendum zijn voorzien. Op deze rapporten is de wetgeving van het smaakverbod voor e-sigaretten gebaseerd.
Op basis van de informatie in de addenda van het RIVM is het advies gegeven door het ministerie van VWS om de handhaving op de bepalingen van het smaakverbod uit te stellen tot 1 januari 2024 en de Kamer hierover te informeren. De aanleiding voor de addenda was dat er een fout was gemaakt over de inschatting van het aantal resterende tabakssmaken. In plaats van dat er in het eerste en tweede rapport respectievelijk 24% en 23% van de bestaande producten met tabakssmaak voor de markt behouden zouden blijven, geeft het RIVM nu toe dat dit respectievelijk 1,7% en 0,2% is. Ondanks dat de Esigbond hier herhaaldelijk op heeft gewezen, komt de staatssecretaris nu pas na publicatie in de Staatscourant met de correctie. Hierna volgt een recapitulatie.
Kamer en het publiek vals voorgelicht
In de aanloop naar het smaakverbod heeft het RIVM meerdere ernstige fouten gemaakt en heeft de Kamer en het publiek onjuiste informatie voorgeschoteld. Met de addenda op de twee rapporten wordt een deel van de fouten erkend, maar omdat het pas na publicatie in het Staatsblad komt heeft het geen enkel effect op de regelgeving. Noch heeft het geleid tot aanvullende Kamervragen.
RIVM stapelt fout op fout
In oktober 2021 publiceert het RIVM het eerste rapport waarin een limitatieve lijst wordt voorgesteld en die de basis vormt voor de regelgeving van de uitvoering van het smaakverbod. De limitatieve lijst is dusdanig beperkend dat het RIVM waarschuwt voor de mogelijke gevolgen en adviseert om hiermee rekening te houden bij het opstellen van de regelgeving:
Deze belangrijke waarschuwing en de nodige Kamervragen is voor de staatssecretaris geen reden geweest om de gevolgen beter in te schatten. Waarom heeft de staatssecretaris de waarschuwing van het RIVM in de wind geslagen?
Op 11 november 2021 heeft de Esigbond de staatssecretaris en het RIVM gewezen op twee schadelijke stoffen op de lijst van 23 smaakstoffen. Hoe kunnen deze stoffen – waarvan een zelfs kankerverwekkend – en om die reden niet door producenten worden gebruikt op de lijst voorkomen? Is er wellicht een verkeerde basislijst (EU-CEG) gebruikt? In dezelfde brief merkt de Esigbond op dat de voorgestelde limitatieve lijst in de praktijk onuitvoerbaar is, roept op om verstandig te reguleren en om hierover met elkaar in gesprek te gaan.
Op 22 februari 2022 ontvangt de Esigbond de reactie van de staatssecretaris op de brieven van 11 november 2021 en januari 2022 waarin hij aangeeft niet met de Esigbond in gesprek te willen gaan maar het RIVM wel heeft gevraagd een bureaustudie te doen naar de toxicologische eigenschappen van de stoffen. Waarom is de staatssecretaris of het RIVM niet met de branche in gesprek gegaan om te beter te begrijpen hoe deze fout had kunnen worden gemaakt?
Tweede RIVM rapport heeft ernstige gevolgen voor produceren van tabakssmaak
Op 19 mei 2022 is het tweede rapport van het RIVM – na afronding van de bureaustudie – met de Kamer gedeeld waarin nog maar 16 smaakstoffen in plaats van 23 overblijven voor het maken van tabakssmaken. Hiermee kan echter geen enkele van de bestaande e-liquids met tabakssmaak meer worden gemaakt. De Esigbond heeft de staatssecretaris daarom opnieuw nadrukkelijk verzocht om te overleggen over de situatie. Deze regelgeving zal immers het einde van de legale e-sigaret in Nederland betekenen. Ook het RIVM is gevraagd om openheid te geven over de tabaksproducten die nog wél voldoen aan de eis van 16 additieven. Zowel de staatssecretaris alsmede het RIVM blijven echter beweren – zelfs na Kamervragen hierover – dat nog steeds 23% van de bestaande tabakssmaken blijven bestaan.
Vraag PVV: Klopt het dat wanneer er slechts 16 smaakstoffen behouden worden, het niet mogelijk is om de huidige tabakssmaken te behouden? Antwoord staatssecretaris: Het RIVM geeft daar in het rapport het volgende over aan: «Bij gebruik van de 16 stoffen genoemd bij nummers 5 en 6, zouden nog 23% van de e-liquids met tabakssmaak in hun huidige samenstelling op de markt kunnen blijven.» Het zal dus nog wel mogelijk zijn om de tabakssmaak te produceren, alleen niet het volledige aanbod zoals dat nu op de markt is.
De regeling van het smaakverbod is op 28 november 2022 in de Staatscourant gepubliceerd. Hierin staat de volgende tekst waarin het RIVM beweert geen enkele fout te hebben gemaakt en bevestigt dat volgens de EU-CEG lijst nog 23% van de bestaande tabakssmaak blijft bestaan.
Een organisatie uit de e-sigarettenbranche en een organisatie uit de e-sigarettenindustrie stellen dat van de 16 toegestane smaakstoffen geen van de huidige op de markt zijnde naar tabak smakende vloeistoffen kunnen worden samengesteld. Zij geven aan dat het voorschrijven van de positieve lijst van smaakbepalende additieven een feitelijk verbod op de e-sigaret betekent.
Dit standpunt wordt bestreden. Het RIVM heeft onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van vloeistoffen met tabakssmaak die voldoen aan de lijst met 16 smaakstoffen. Het RIVM geeft in haar rapport aan dat van de 3.336 vloeistoffen die zijn aangemeld in het EU-CEG, nog 23% in de huidige samenstelling op de markt kunnen blijven bestaan. Dat rijmt niet met de claim van de industrie dat geen enkele vloeistof geleverd of geproduceerd zou kunnen worden met de limitatieve lijst van 16 toegestane smaakstoffen. Er is dan ook geen reden om de lijst met smaakbepalende additieven aan te passen.
Respondenten uit de e-sigarettenbranche merken voorts op dat de positieve lijst met smaakbepalende additieven en het bovengenoemde onderzoeksresultaat dat nog 23% van de vloeistoffen met tabakssmaak op de markt kan blijven niet kan worden opgesteld aan de hand van de bij de EU-CEG in te dienen documenten, omdat deze onvolledige informatie bevat en geen goede afspiegeling is van wat er op de Nederlandse markt verkrijgbaar is.
Producenten en importeurs van elektronische dampwaar zijn op basis van artikel 4.6 van het Tabaks- en rookwarenbesluit en artikel 4.6 van de Tabaks- en rookwarenregeling, verplicht gegevens aan te leveren over hun producten op de Nederlandse markt en producten die zij voornemens zijn op de Nederlandse markt te brengen. Ingevolge artikel 20, tweede lid, van de Tabaksproductenrichtlijn is een lijst van alle ingrediënten en van alle emissies die het gevolg zijn van het gebruik ervan – inclusief de hoeveelheden – onderdeel van deze gegevens. Indien bedrijven daarin niet volledig zijn geweest, hebben zij niet voldaan aan hun rapportageplicht. Gelet hierop wordt ervan uitgegaan dat het merendeel van de bedrijven die producten aanbiedt voor de Nederlandse markt wel aan hun verplichtingen voldoet en is er dan ook geen reden om de informatie uit het EUCEG-systeem niet als informatiebron te gebruiken voor het opstellen van de limitatieve lijst.
RIVM geeft toe dat niet 23% maar 0% van de bestaande tabakssmaken blijft bestaan
Op 16 juni 2023 heeft het RIVM de addenda gepubliceerd waarin duidelijk wordt gemaakt dat niet 23% van de bestaande tabakssmaak behouden blijft maar dat dit bij nader inzien toch op zo’n 0% uitkomt. Dus toch een feitelijk verbod zoals eerder was aangegeven.
Aan de hand van deze ‘bevinding’ krijgt de staatssecretaris het advies van VWS om de branche extra tijd te geven om te voorkomen dat consumenten op 1 januari 2024 zonder e-liquids komen te staan.
Misschien wil het RIVM nu wel toekennen dat er fouten zijn gemaakt bij de analyse van de EU-CEG lijst (of dat de EU-CEG lijst niet betrouwbaar was als uitgangspunt) en de Kamer en het Nederlandse publiek verkeerd zijn voorgelicht? En dat de gevolgde methodiek onnodig nadelig uitpakt voor de e-sigaret en daarmee de branche en de gebruiker.