Delft, 23 april 2024

Raad voor de Journalistiek geeft Esigbond gelijk en oordeelt tegen De Hofbar; item over e-sigaretten moest zorgvuldiger
Rutger Castricum biedt in reportages geen kans tot wederhoor; De Hofbar schendt vooraf gemaakte afspraken

Delft – In de uitspraak van 23 april heeft de Raad voor de Journalistiek een belangrijk oordeel geveld in de zaak tussen de Hofbar en de Esigbond. De raad heeft geconcludeerd dat de procedures van de Hofbar in de reportage van 31 oktober 2023 over de e-sigaret journalistiek onvoldoende zijn. De Raad beveelt in haar uitspraak aan de Hofbar en Rutger Castricum verantwoordelijkheid te nemen voor de ongefundeerde uitspraken waarin voorzitter Emil ’t Hart werd gekwalificeerd als crimineel en moordenaar. Ook oordeelt de Raad dat er geen wederhoor heeft plaatsgevonden, met name over de onderwerpen die een significante invloed kunnen hebben op publieke perceptie en beleidsvorming met betrekking tot e-sigaretten.

De beschuldigingen aan het adres van branchevoorzitter Emil ’t Hart, waarin hij werd neergezet als de verantwoordelijke voor de verkoop van illegale ‘vapes’ aan minderjarigen zijn ongegrond bevonden, evenals de beschuldigingen ‘moordenaar’ en ‘crimineel’ van Rutger Castricum vanwege de betrokkenheid van ’t Hart bij de e-sigaretindustrie. Deze uitspraak is niet alleen een belangrijke overwinning voor ‘t Hart persoonlijk, maar ook voor de Esigbond en de e-sigaretindustrie in het algemeen. De uitspraak stelt het eerder geschetste negatieve beeld veroorzaakt door de uitzending bij en de Raad benadrukt de noodzaak voor zorgvuldigheid en nuance in de journalistieke rapportages, zowel nu als in de toekomst.

Emil ’t Hart heeft in reactie op de uitspraak laten weten bijzonder opgelucht en blij te zijn. “Deze uitspraak van de Raad voor de Journalistiek is een belangrijke stap om journalistieke producties rondom de e-sigaret feitelijker en betrouwbaarder te maken. De gereguleerde sector met geregistreerde producten zet zich al meer dan 10 jaar in om de rokende Nederlanders een minder schadelijk alternatief te bieden. De Esigbond heeft meermaals gewaarschuwd voor de opkomst van illegale producten die op illegale manieren werden verkocht. Te lang is ons product onterecht gelinkt aan schadelijkere producten en industrieën en de illegale praktijken. Dit oordeel helpt ons in de strijd voor een correcte en eerlijke representatie van de e-sigaret, iets wat essentieel is voor de gezondheid en het welzijn van huidige en toekomstige gebruikers. Uiteindelijk zullen de consumenten profiteren van schadeverminderende alternatieven en gezondheidswinst boeken.”

Het oordeel: “De uitzending bevat diverse ernstige beschuldigingen aan het adres van ’t Hart, als voorzitter van klager, waarbij hij onder meer in verband wordt gebracht met strafbare feiten. Hierdoor is sprake van een zodanige diskwalificatie dat hem voldoende gelegenheid geboden had moeten worden om op de beschuldigingen te kunnen reageren. Door de vele onderbrekingen en de manier van interviewen door de presentator heeft ’t Hart dit op geen enkele wijze kunnen doen. Het format van het programma mag pittig zijn, maar dit rechtvaardigt niet dat ’t Hart in tegenstelling tot de andere geïnterviewden niet heeft mogen uitpraten en daardoor op geen enkel moment en op geen enkele manier een reële gelegenheid heeft gekregen te antwoorden op vragen en te reageren op de aantijgingen. Het principe van hoor en wederhoor is hier in ernstige mate geschonden. Ten slotte overweegt de Raad dat een journalist die iemand wil interviewen, diegene zodanig behoort in te lichten over de aard van de publicatie, dat de te interviewen persoon voldoende geïnformeerd kan beslissen of hij aan de publicatie wil meewerken. De Raad heeft geconstateerd dat er geen duidelijke schriftelijke afspraken gemaakt zijn over de insteek van het interview.”