Preventiemaatregelen helpen de verstokte roker niet
De verstokte roker voelt zich de dupe van de verboden, is overheidsbemoeienis beu en wil zelf bepalen of en hoe hij wil stoppen. De ontmoedigingsmaatregelen werken averechts. Als het belang van de gezondheid voorop zou staan dan zouden verstokte rokers het recht krijgen om op een minder schadelijk alternatief over te stappen. De Nederlandse drugs- en alcoholverslaafde heeft dat recht, de roker niet. Waarom niet?
De behandeling van tabaksverslaving, het vierde thema, heeft jarenlang ten onrechte weinig aandacht gekregen. In het tabaksontmoedigingsbeleid moeten we niet alleen inzetten op het voorkómen van roken, maar ook op het stoppen met roken. 33% van de rokers doet jaarlijks een stoppoging.
(…) Een gemiddelde roker heeft echter 5-10 stoppogingen nodig om tot duurzame abstinentie te komen.
Echter, volledige abstinentie en duurzaam herstel is niet voor alle patiënten die kampen met verslaving haalbaar. Voor diegenen bij wie verslaving zich heeft ontwikkeld tot een chronische aandoening zijn schadebeperkende interventies (harm reduction) aangewezen om de ziekte- en sterftelast te minimaliseren.