Organisatie & Statuten
Bestuur
Commissie Voorzitters
Statuten
Statuten, naam en plaats van vestiging
Artikel 1.
1. De vereniging draagt de naam:
Elektronische Sigaretten Bond Nederland
2. Zij is gevestigd te Delft
DOEL EN MIDDELEN.
Artikel 2.
De vereniging heeft als ondernemersorganisatie ten doel het verbeteren van de kwaliteit van elektronische sigaretten en het professionaliseren van het ondernemerschap in de elektronische sigaretten industrie, het verbeteren van de service en informatie voor de gebruiker van de elektronische sigaret, alsmede het behartigen van de individuele en collectieve belangen van haar leden en bevorderen van contacten tussen de leden, een en ander in de ruimste zin van het woord.
Artikel 3.
De vereniging tracht dit doel op wettige wijze te realiseren, onder meer door:
a. het bevorderen van overleg en samenwerking tussen de leden onderling en andere belanghebbenden bij elektronische sigaretten;
b. het adviserend optreden bij de totstandkoming van overheidsmaatregelen met betrekking tot de import van, handel in en verkoop van elektronische sigaretten;
c. het verzamelen van gegevens en het bestuderen van vraagstukken, welke voor de leden van belang zijn, alsmede het geven van voorlichting aan de leden;
d. het samenwerken met, steunen van en deelnemen aan andere verenigingen en organisaties in binnen- en buitenland;
e. het houden van regelmatige samenkomsten van haar leden ter uitwisseling van gedachten;
f. het aanwenden van alle andere wettige middelen, die voor haar doel bevorderlijk kunnen zijn.
LEDEN EN TOELATING.
Artikel 4.
1. Leden zijn zij, die overeenkomstig lid 3 van dit artikel tot het lidmaatschap van de vereniging zijn toegelaten.
2. Leden van de vereniging kunnen slechts zijn: natuurlijke personen en rechtspersonen, die in Nederland werkzaam zijn en die zich bezig houden met de directe of indirecte verkoop van elektronische sigaretten, waarbij deze activiteiten een belangrijk deel uit moeten maken van de bedrijfsactiviteiten van de leden, terwijl men in staat moet zijn om zijn/haar taak op het gebied van voorlichting, garantie- en serviceverlening ten aanzien van een afnemer op passende wijze dient te vervullen. De normen met betrekking tot wat als belangrijk deel van bedrijfsactiviteiten wordt aangemerkt, zullen worden vastgesteld door de algemene ledenvergadering.
3. Het lidmaatschap moet schriftelijk worden aangevraagd van de vereniging. Een door de algemene ledenvergadering vast te stellen ballotagecommissie, waarvan het aantal leden eveneens door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld, beoordeelt de aanvraag en besluit al dan niet tot toelating. De beslissing zal aan de aanvrager worden medegedeeld binnen zestig dagen na ontvangst van de aanvraag. Indien het lidmaatschap geweigerd wordt, kan de aanvragen hiertegen in beroep gaan binnen dertig dagen na de dagtekening van de beslissing middels een aangetekend schrijven aan de secretaris. De aanvraag met volledige vermelding van naam en adres van de aanvrager, zal dan op de agenda van de eerstvolgende ledenvergadering worden geplaatst. De algemene ledenvergadering kan dan alsnog tot toelating tot het lidmaatschap besluiten. Van de beslissing van de ledenvergadering wordt door de secretaris schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager binnen dertig dagen nadat de beslissing genomen is.
BEGUNSTIGERS.
Artikel 5.
Begunstigers zijn zij die zich bereid hebben verklaard de vereniging financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum-bijdrage.
VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN.
Artikel 6.
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage waarvan de hoogte jaarlijks door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur wordt vastgesteld.
2. Het bestuur bepaalt op welke wijze en op welke datum uiterlijk bedoelde bijdrage moet zijn voldaan.
3. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
4. Wanneer het lidmaatschap, om welke reden dan ook, eindigt in de loop van een verenigingsjaar, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
5. Leden hebben overigens geen andere verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn opgelegd.
EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP.
Artikel 7.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het lid en door ontbinding indien het een rechtspersoon betreft;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van een maand. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Een lid kan zijn lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging of tot fusie is medegedeeld.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen eenmaand na de ontvangst van deze kennisgeving beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe zo spoedig mogelijk van het besluit met opgaaf van redenen schriftelijk in kennis gesteld waarbij hem tevens op de mogelijkheid tot beroep wordt gewezen. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
BESTUUR.
Artikel 8.
1. Het bestuur bestaat in beginsel uit een oneven aantal van tenminste drie personen, die door de algemene ledenvergadering worden benoemd. Een even aantal personen is evenwel toegestaan en behoudt haar bevoegdheden.
2. De benoeming geschiedt alleen uit de leden. Van eenzelfde bedrijf en/of juridische eenheid kan niet meer dan één persoon in het bestuur zitting hebben.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
4. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
5. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te
ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in haar keus.
6. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
BESTUURSFUNCTIES – BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR.
Artikel 9.
1. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, die tevens het dagelijkse bestuur vormen.
Het bestuur kan voor elk bestuurslid uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
2. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet beslissend.
3. Bestuursvergaderingen vinden plaats indien de voorzitter of twee andere bestuursleden zulks wenselijk achten.
4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP.
Artikel 10.
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst; een zodanig besluit dient te worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. Het aftredend bestuurslid is terstond herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vakature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door bedanken, mits met een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
b. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging.
BESTUURSTAAK.
Artikel 11.
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden het door de algemene vergadering vastgestelde aantal is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies en/of werkgroepen die door het
bestuur worden benoemd.
4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden beroep worden gedaan.
5. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
I. onverminderd het bepaalde onder II, het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen welke een bedrag of waarde van tienduizend euro (€ 10.000,00) te boven gaan;
II. a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van onroerende zaken;
b. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
d. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten;
e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
f. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
VERTEGENWOORDIGING.
Artikel 12.
Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 van artikel 11 bepaalde wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
GELDMIDDELEN.
Artikel 13.
De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit contributies, entreegelden bij en opbrengsten van evenementen en verdere ontvangsten.
JAARVERSLAG – REKENING EN VERANTWOORDING – KASCOMMISSIE.
Artikel 14.
1. Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met eenendertig december.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich na overleg met het bestuur door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel zeven jaar lang te bewaren.
ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN.
Artikel 15.
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 14 lid 3 met het verslag van de in artikel 14 lid 4 bedoelde commissie;
b. de benoeming van de in artikel 14 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
c. voorziening in eventuele vakatures;
d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering;
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 16 of bij advertentie in een landelijk veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en met het opstellen van de notulen.
BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING.
Artikel 16.
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk (hieronder ook te verstaan: per e- mail) aan de adressen van de leden. De termijn voor de oproeping bedraagt minstens veertien dagen, de dag van verzending en de dag van vergadering niet meegerekend.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in de artikelen 20 en 21.
TOEGANG EN STEMRECHT.
Artikel 17.
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden met dien verstande dat een geschorst lid toegang heeft tot dat gedeelte van de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld. Hij heeft alsdan tevens het recht om het woord te voeren.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Ieder lid van de vereniging heeft één stem.
4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gevolmachtigd ander lid uitbrengen.
VOORZITTERSCHAP – NOTULEN.
Artikel 18.
1. De algemene vergaderingen worden, tenzij de situatie zich voordoet als omschreven in artikel 15 lid 4, geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt uiterlijk één maand na de desbetreffende algemene vergadering doch tevens minimaal veertien dagen vóór de volgende algemene vergadering ter kennis van de leden gebracht.
BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING.
Artikel 19.
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, één stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
4. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij akklamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijk stemming verlangt.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming of -ingeval van een bindende voordracht- een tweede stemming tussen de voorgedragen candidaten plaats. Heeft alsdan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen uitgebracht op meer dan één persoon, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Een éénstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
8. Zolang in een algemene vergadering alle stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
STATUTENWIJZIGING.
Artikel 20.
Een besluit tot statutenwijziging wordt genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen, in een vergadering waarin tenminste drie/vierde van de stemgerechtigde leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet drie/vierde van de stemgerechtigde leden tegenwoordig of vertegenwoordigd dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
ONTBINDING.
Artikel 21.
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Tenzij de algemene vergadering anders besluit, geschiedt de vereffening door het bestuur.
3. Het batig saldo na vereffening vervalt niet aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren, doch daaraan zal een bestemming worden gegeven zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel der vereniging.
4. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar dan wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen hiervan opgaaf aan de registers waar de vereniging is ingeschreven.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT.
Artikel 22.
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
SLOTBEPALING.
Artikel 23.
In alle gevallen waarin niet door de wet of de statuten danwel het huishoudelijk reglement wordt voorzien beslist het bestuur.